Echt iedereen kent Mario en Pascal. De jongeren in Zuid zien de twee als ‘goeie gozers’. “Al klinkt er ook wel eens een diepe zucht.”
Op naar Stroinkslanden, zeggen jongerenwerkers Mario Delogu en Pascal Dijkman als ze hun elektrische scooter starten. “Daar gebeurt het nu. Bijna alle jongeren uit de wijk verzamelen zich sinds kort bij het nieuwe kunstgrasveldje aan de Willinklanden. Dat levert heel wat lawaai op en dat houden we dus goed in de gaten.” Delogu, Dijkman en twee collega’s zijn afwisselend vijf avonden in de week in de drie Zuidwijken te vinden. Met uitzondering van donderdag en zaterdag, omdat de meeste jongeren dan in de stad zijn, rijden ze van zeven tot elf uur rond om met de jeugd te praten, te kijken waar problemen zijn en hoe deze op te lossen. De aanwezigheid van de jongerenwerkers is het vervolg op de inzet van straatcoaches vorig jaar. Toen waren er zoveel problemen met de jeugd in Zuid dat er vooral gewerkt werd aan het terugdringen van de overlast. Inmiddels gaat het stukken beter, zegt Delogu. „Natuurlijk gebeurt er nog wel eens wat, maar dan gaat het om lawaai en troep en niet meer om een overval. We maken ons nu vooral zorgen over hoe moeilijk sommige jongeren het hebben en richten ons meer en meer op wat we daar aan kunnen doen.”
Voordat de twee naar deWillinklanden gaan besluiten ze nog even een tussenstop te maken bij de apotheek Stroinkslanden. Daar staat een groep van zo’n tien jongens met elkaar te praten. De parkeerplaats bij de apotheek is echt hun plek, maar de jongens zouden in de buurt ook graag ergens ‘een hok met een tafel en een paar stoelen hebben’, waar ze binnen kunnen zitten. Delogu begrijpt dat.
„Dat er in Stroinkslanden geen jongerenruimte is, zoals het wijkcentrum De Magneet en De Helmer, is heel jammer. Nu moeten we ze overal wegsturen, maar kunnen we niet zoals op deWesselerbrink zeggen: ‘Ga lekker naar de filmavond in het Magneetje’.” Er zijn volgens Delogu wel geluiden over een jongerenruimte in het nieuwe wijkcentrum, maar of dat echt doorgaat weet de straathoekwerker nog niet. Na nog even met de groep te hebben gepraat stappen Delogu en Dijkman op hun scooter richting het kunstgrasveld. Ze rijden via de scholen aan de Knalhutteweg zodat ze gelijk even kunnen kijken of daar alles rustig is. Aangekomen bij de Willinklanden constateren de twee straathoekwerkers dat heel wat jongeren hun advies hebben opgevolgd. Ze zitten niet meer met z’n allen bij het nieuwe veldje, een grote groep is naar het Smileyveldje aan de Hanenberglanden gegaan. Buurman Karim Akka is er blij om. „Er waren hier op een gegeven moment echt een beetje te veel jongeren.” Nieuwsgierig naar hoe het dan nu op het Smileyveldje is besluiten Delogu en Dijkman daar ook even een bezoekje aan te brengen. Bij aankomst wordt Dijkman direct geroepen door een van de jongeren. Hij heeft nog een handtekening nodig voor school. „Ik heb een stage voor hem geregeld”, vertelt de straathoekwerker even later. „Dat lukte hem maar niet en toen hebben we afgesproken dat als hij zijn best zou doen tijdens de toetsweek ik zou regelen dat hij bij de beheerder van De Magneet een aantal klusjes kon doen. Nu moest ik nog even tekenen dat hij dat goed heeft gedaan.”
Het begint inmiddels te schemeren en de twee jongerenwerkers besluiten na het uitgebreide rondje Stroinkslanden nog even langs een aantal plekken in de Wesselerbrink en de Helmerhoek te gaan.
In het Wesselerbrinkpark moppert even later een aantal jongeren dat er nog steeds geen overkapping voor hen is. Die zou er inderdaad komen, zegt Delogu, maar hij weet ook niet precies hoe dat nu zit. Als laatste bezoeken Delogu en Dijkman nog even het wijkcentrum De Helmer. Ook daar treffen ze twee teleurgestelde jongeren. Zij vragen zich na het protest uit de buurt af of en hoe lang het dan nog duurt voordat hun ontmoetingsplek er komt.
Het was al met al een goede avond, stellen de twee straathoekwerkers even later vast. „Natuurlijk zie je nooit alles dat er op een avond gebeurt. Maar gelukkig weten buurtbewoners ons ook steeds vaker te vinden als er iets is. Laatst belde er zelfs iemand ons op en zei: ‘Er waren hier net ook twee wat oudere mannen op een scooter’. Wij dus”, zeggen ze lachend.
Hulp Smileyveldje
Het is hun wens om meer jongeren naar het Smileyveldje aan de Hanenberglanden te trekken. Maar dat kunnen de buurtbewoners William Spinmuis en Robin Otter niet alleen. De twee zorgen nu vijf dagen en twee avonden in de week voor het uitlenen van spelmateriaal uit de containers van de welzijnsinstelling Alifa. Maar ze zouden ook graag wat meer activiteiten voor de jongeren houden. „Het zou dus fijn zijn als zich nog wat meer buurtbewoners zouden melden, die er samen met ons weer wat van willen maken.”
Bron: TC Tubantia