De Suryoye in Enschede ontwikkelden zich binnen enkele decennia van buitenstaanders tot gevestigde burgers. Jan Schukkink schreef er een boeiend boek over.
Ze zijn gevlucht uit het Midden- Oosten, uit het zuidoosten van Turkije. Daar liggen ook nog steeds hun wortels: in het land van Tur Abdin, een laaggebergte ingeklemd tussen de grenzen van Turkije met Irak en Syrië.
Het jarenlange geweld van de Koerden en de onderdrukking door de Turkse overheid hebben de Syrisch-orthodoxe vluchtelingen uit Tur Abdin doen vluchten naar West-Europa, Canada en Australië. Later voegden hun geloofsgenoten uit Syrië, Irak en Libanon zich bij hen. Suryoye noemen deze christelijke vluchtelingen zich: een volk van boeren, ambachtslieden (pottenbakkers, zadelmakers, zilversmeden en goudsmeden) en handelaren, trots op hun eigen cultuur, geschiedenis en taal, het Turoyo, een dialect van het Aramees, dat ten tijde van Jezus gesproken werd.
Jan Schukkink, senior-communicatieadviseur van de gemeente Enschede, promoveerde in 2003 aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op een historische en antropologische studie van deze vluchtelingengemeenschap, die zich vanaf de jaren zestig in Enschede gevestigd heeft. Onlangs publiceerde hij er een tweede boek over, waarin hij twaalf artikelen bundelde, die voor een breder publiek dan alleen de academische wereld bestemd zijn. Schukkink laat zien hoe de Suryoye er in slaagden om zich binnen een paar decennia van buitenstaanders te ontwikkelen tot gevestigde burgers. Daarvoor voert hij een aantal redenen aan. De Suryoye- gemeenschap in Enschede beschikte over een hoge mate van vitaliteit, overlevingsdrang en ondernemerschap. Door de sterke familiebanden, de religieuze waarden en de specifieke roddelcultuur bleef de sociale cohesie groot. „ De jongeren wilden zo snel mogelijk hun weg vinden in Nederland. Ze beschikten over een initiatiefrijke mentaliteit en wisten vele maatschappelijke mogelijkheden op het spoor te komen. Zij vonden, met behulp van Nederlandse zaakwaarnemers, toegang tot de arbeidsmarkt, opleidingen, subsidiebronnen, politieke kanalen en niches in markten.” De Suryoye betrokken in Enschede vooral in de zuidwijken, de Wesselerbrink, huur- en vooral koopwoningen. Hun aantal wordt in die zuidwijken tegenwoordig geschat op zo’n 3.500. Ze bouwden er ook een tweede eigen kerk in Enschede met een bruiloften en zalencomplex, de Mor Kuryakoskerk. Die geografische concentratie was voor de Suryoye eerder een voorwaarde voor hun integratie dan een beletsel. Nog altijd is hun groepscohesie groot, al zijn de eerste barsten zichtbaar door de verspreiding over Nederland en een toenemend aantal ‘gemengde huwelijken’. Voortdurend voelden de Suryoye zich genoodzaakt hun eigen identiteit te benadrukken: geen allochtoon en geen moslim, maar Nederlander en christen. Vooral de rivaliteit met Turkse moslims stak herhaaldelijk de kop op. En op grond van hun cultuur en de geschiedenis van extreme vervolgingen van christelijke minderheden in het Midden- Oosten beschouwden de Suryoye zich ook superieur aan hun Nederlandse geloofsgenoten. Met zijn boek is Jan Schukkink is er in geslaagd om een uiterst fascinerend portret van een van oorsprong ‘ vreemde’ minderheidsgroep in Enschede te schetsen.
Jan Schukkink. De Suryoye gebundeld. 12 antropologische verkenningen. Uitgegeven in eigen beheer. Prijs 10 euro. ISBN 9789081840903. E-mail: janschukkink@planet.nl